Gebruik een inbrengkussentje om de inbrengtechniek te oefenen en vertrouwd te raken met het product vóór gebruik.
Bekijk de bovenstaande instructiefilmpjes.
Overweeg het gebruik van een infusieset met automatisch inbrengsysteem, bijvoorbeeld neria™ guard.

U heeft misschien een zenuw of spier geraakt. Verwijder de infusieset en plaats een nieuwe infusieset op een andere plaats. Zorg ervoor dat de plaats die u gebruikt voldoende onderhuids vetweefsel heeft (u moet een huidplooi van 2-3 cm kunnen vastpakken).

Controleer de inbrengplaats van de infusieset op uw lichaam. Is de infusieset goed ingebracht? Is er iets, bijvoorbeeld kleding, dat de infusieset of inbrengplaats in de weg zit?

Kies een andere plaats voor uw infusieset en vraag advies over hoe u de infusieset correct inbrengt.

Overweeg een zachte canule i.p.v. stalen naald of om een andere naald/canule lengte te gebruiken.

Verwijder de infusieset en breng op een andere plaats een nieuwe set in.
Vergeet niet de fixatiepleister op de huid te masseren.
Redenen waarom de fixatiepleister niet plakt:

• Warme en vochtige omgeving en warm zomerweer
• De inbrengplaats kan vettig zijn, er kan parfum of lotion op de huid zitten of de huid is niet droog en schoon

Overweeg een extra fixatiepleister over de infusieplaats aan te brengen.

Er zijn veel factoren die van invloed kunnen zijn op de conditie van uw huid. Om complicaties van de huid tot een minimum te beperken:

• Huid en handen vóór het inbrengen zorgvuldig reinigen
• Gebruik meer verschillende inbrengplaatsen, zoals de onderrug en dijbenen
• Gebruik een rotatiepatroon om te voorkomen dat steeds dezelfde plaats gebruikt wordt of als dat door uw zorgprofessional is aangeraden
• Using the same site/sites for each infusion may minimize site irritation when infusing over time.

Neem voor advies contact op met uw zorgprofessional.

• Vermijd plaatsen die al geïrriteerd of rood zijn.
• Gebruik een inbrengplaats waar geen kleding, riem, enz. in de weg zit
• Masseer de inbrengplaats vóór het inbrengen
• Stap over op een ander infusiemateriaal (van stalen naald naar zachte canule), andere canule/naald lengte of andere inbrengtechniek.

Verwijder de infusieset en plaats een nieuwe infusieset op een andere plaats. Als u een infusieset met meerdere naalden (2, 3 of 4 naalden) gebruikt, breng dan de rode klem uit de verpakking aan op het slangetje waarin u bloed ziet en blijf de andere inbrengplaats(en) gebruiken voor de infusie.